Publicaties

Publicaties

Auteurs:
Brenda Jansen, Jolien Louwerse, Marthe Straatemeier, Sanne van der Ven, Sharon Klinkenberg, Han van der Maas

Beschrijving van het onderzoek:
We onderzochten of kinderen minder rekenangst zouden ervaren en zich competenter zouden voelen wanneer ze hogere succespercentages in rekenen zouden behalen. We onderzochten dit in computer adaptief rekenprogramma “Rekentuin", onder kinderen van groep 5 t/m 8. De rekenangst werd niet lager en ook het rekenzelfbeeld bleef gelijk, maar rekenprestaties gingen meer vooruit als kinderen oefenden in een makkelijke conditie en daarom meer succes ervaarden. Dat was te verklaren doordat deze leerlingen meer sommen maakten.

Auteurs:
Delphine Sasanguie, Charlotte Larmuseau, Fien Depaepe, Brenda Jansen

Beschrijving van het onderzoek:
We onderzochten of toetsangst, rekenangst en leesangst gezien moeten worden als een algemene academische angst of dat deze van elkaar te scheiden zijn. In totaal vulden 776 Vlaamse leerlingen van 10-11 jaar vragenlijsten in over angst. Ook hadden we gegevens over hun lees- en rekenprestaties. Op basis van de analyses concludeerden we dat rekenangst, leesangst en toetsangst scheidbare constructen zijn.

Auteurs:
Eva Schmitz, Brenda Jansen, Reinout Wiers, Elske Salemink

Beschrijving van het onderzoek:
We onderzochten onder adolescenten of drie cognitieve biases (wiskunde-faal-associaties, aandachtsbiases en vermijdingsbias voor wiskunde) gerelateerd waren aan wiskundeangst en wiskundecijfers en het vermijden van wiskunde. Wiskunde-faal-associaties vertoonden de meest consistente associaties met de uitkomstmaten. Ze waren geassocieerd met een zelf-gerapporteerde hogere wiskunde-angst, lagere cijfers en meer vermijdingsgedrag. Zelf-gerapporteerde wiskunde-angst bleek echter een sterkere voorspeller van cijfers en vermijdingsgedrag. Wel is het mogelijk dat wiskunde-faal-associaties een rol spelen bij het in stand houden van wiskunde-angst.

Auteurs:
Madhuvanti Anantharajan, Mara Otten, Michiel Veldhuis

Beschrijving van het onderzoek:
In deze studie brengen we in kaart hoe in verschillende lerarenopleidingen in het basisonderwijs de wiskundige attitude wordt ondersteund. Hiervoor interviewen we op dit moment 15 rekenen-wiskunde opleiders van evenzoveel lerarenopleidingen uit heel Nederland, omdat we daarmee verwachten saturatie te bereiken (Saunders et al., 2018). De semigestructureerde interviews rondom de centrale vraag “Hoe werken jullie aan de wiskundige attitude van studenten?” worden online afgenomen en na afloop wordt lerarenopleiders gevraagd om exemplarisch lesmateriaal toe te sturen. Audio-opnamen en lesmateriaal worden gecodeerd zowel op basis van a priori thema’s (zoals definities van wiskundige attitude en rekenangst, typen interventies, formeel deel van het curriculum of niet) als op basis van thema’s die in gesprekken met de lerarenopleiders naar voren komen.

Auteurs:
Brenda Jansen

Beschrijving van het onderzoek:
Reken- en wiskundeangst worden gekenmerkt door negatieve gevoelens, gedachten, lichamelijke reacties en vermijdingsgedrag. In dit artikel wordt uiteengezet hoe rekenangst en lage prestaties elkaar in een vicieuze cirkel kunnen versterken. Er wordt besproken hoe motivatie, mindset, leerkracht-sensitiviteit en gerichte interventies kunnen helpen om deze cirkel te doorbreken. Ook wordt benadrukt dat reken- en wiskundeangst domeinspecifieke angsten zijn, met implicaties voor diagnostiek, preventie en behandeling in de onderwijspraktijk.

Auteur:
Eva Schmitz

Beschrijving van het proefschrift:
Rekenangst is een negatieve emotionele reactie in rekensituaties die vooral bij adolescenten het presteren belemmert. Dit proefschrift onderzocht drie minder belichte aspecten: de opbouw van rekenangst, rekengedrag en cognitieve biases. De studies (hoofdstuk 2 t/m 6) lieten zien dat rekenangst bestaat uit vier onderdelen: gevoel, piekeren, vermijding en inzet, die op verschillende manieren samenhangen met gedrag. Sterke associaties tussen rekenen en falen bleken rekenangst te versterken en rekengedrag te beïnvloeden. Aandachts- en vermijdingsbiases werden niet gevonden. De resultaten benadrukken de centrale rol van faalverwachtingen en bieden aanknopingspunten voor verdere theorievorming en interventies.